Deja Vu: 4 theorieën die verklaren waarom het gebeurt

Deja vu is de Franse term die letterlijk al gezien betekent . Deze term wordt gebruikt om dat gevoel aan te duiden dat de persoon moet hebben ervaren dat exacte moment dat hij doormaakt of om te voelen dat een vreemde plaats bijvoorbeeld bekend is.

Het is dat vreemde gevoel waarin de persoon denkt: " Ik heb deze situatie eerder meegemaakt ." Het is alsof dat moment al geleefd is voordat het werkelijk gebeurde.

Hoewel het bij alle mensen een relatief algemeen gevoel is, is er nog steeds geen enkele wetenschappelijke verklaring om te rechtvaardigen waarom het gebeurt. Dit komt omdat déja vu een snelle gebeurtenis is die plaatsvindt zonder enig waarschuwingsteken, en die moeilijk te bestuderen is. Er zijn echter enkele theorieën die, hoewel ze enigszins ingewikkeld kunnen zijn, déja vu kunnen rechtvaardigen :

Wat is Deja Vu en waarom gebeurt het

1. Onbedoelde activering van de hersenen

In deze theorie wordt de veronderstelling gebruikt dat de hersenen twee processen hebben bij het observeren van een bekende scène. Hiervoor zoeken de hersenen in alle herinneringen naar iets dat vergelijkbaar is, en als het zich identificeert, waarschuwt een ander deel van de hersenen dat het een vergelijkbare situatie is.

Dit proces kan echter fout gaan en de hersenen kunnen uiteindelijk aangeven dat een situatie vergelijkbaar is met een andere die al is meegemaakt, terwijl dat in feite niet zo is.

2. Geheugenstoring

Dit is een van de oudste theorieën, waarin onderzoekers geloven dat de hersenen korte-termijnherinneringen overslaan en onmiddellijk bij de oudste herinneringen terechtkomen, ze verwarren en ons doen geloven dat de meest recente herinneringen, die misschien nog steeds zijn Omdat ze gebouwd zijn op het moment dat we leven, zijn ze ouder, waardoor het gevoel ontstaat dat we de situatie eerder hebben geleefd.

3. Dubbele verwerking

Deze theorie houdt verband met de manier waarop de hersenen de informatie die uit de zintuigen komt, gewoonlijk verwerken. In normale situaties scheidt en analyseert de temporale kwab van de linkerhersenhelft de informatie die de hersenen bereikt en stuurt deze vervolgens naar de rechterhersenhelft, die vervolgens terugkeert naar de linkerhersenhelft.

Elk stukje informatie passeert dus tweemaal de linkerkant van de hersenen. Wanneer deze tweede passage langer duurt, kunnen de hersenen het moeilijker hebben om informatie te verwerken, omdat ze denken dat het een herinnering uit het verleden is.

4. Herinneringen uit verkeerde bronnen

Onze hersenen bevatten levendige herinneringen uit verschillende bronnen, zoals het dagelijks leven, films die we hebben bekeken of boeken die we in het verleden hebben gelezen. Deze theorie stelt dus voor dat wanneer een déja vu plaatsvindt, de hersenen in feite een situatie identificeren die lijkt op iets dat we bekijken of lezen, verwarrend met iets dat werkelijk in het echte leven is gebeurd.