Vijfwaardig vaccin: hoe en wanneer te gebruiken en bijwerkingen

Het vijfwaardige vaccin is een vaccin dat actieve immunisatie biedt tegen difterie, tetanus, kinkhoest, hepatitis B en ziekten veroorzaakt door Haemophilus influenzae type b., Om het ontstaan ​​van deze ziekten te voorkomen. Dit vaccin is gemaakt met als doel het aantal injecties te verminderen, omdat het tegelijkertijd meerdere antigenen in zijn samenstelling heeft, waardoor verschillende ziekten kunnen worden voorkomen.

Het vijfwaardige vaccin dient te worden toegediend aan kinderen vanaf 2 maanden tot maximaal 7 jaar. Raadpleeg het vaccinatieplan en verduidelijk andere vragen over vaccins.

Vijfwaardig vaccin: hoe en wanneer te gebruiken en bijwerkingen

Hoe te gebruiken

Het vaccin moet worden toegediend in 3 doses, met tussenpozen van 60 dagen, beginnend op de leeftijd van 2 maanden. Verstevigingen na 15 maanden en 4 jaar moeten worden uitgevoerd met het DTP-vaccin, de maximale leeftijd voor toediening van dit vaccin is 7 jaar.

Het vaccin moet intramusculair worden toegediend door een gezondheidswerker.

Welke bijwerkingen kunnen optreden

De meest voorkomende bijwerkingen die kunnen optreden bij de toediening van het vijfwaardige vaccin zijn pijn, roodheid, zwelling en verharding van de plaats waar het vaccin wordt toegediend en abnormaal huilen. Leer hoe u de bijwerkingen van vaccins kunt bestrijden.

Hoewel minder vaak braken, diarree en koorts, kunnen ook veranderingen in eetgewoonten, zoals weigering om te eten, slaperigheid en prikkelbaarheid optreden.

Wie mag niet gebruiken

Het vijfwaardige vaccin mag niet worden toegediend aan kinderen ouder dan 7 jaar, die overgevoelig zijn voor de componenten van de formule of die, na toediening van de vorige dosis, koorts hebben gehad boven 39 ° C binnen 48 uur na vaccinatie, aanvallen tot 72 uur na toediening van het vaccin, collaps van de bloedsomloop binnen 48 uur na toediening van het vaccin of encefalopathie binnen 7 dagen.

Welke voorzorgsmaatregelen u moet nemen

Dit vaccin moet met voorzichtigheid worden toegediend aan mensen met trombocytopenie of stollingsstoornissen, omdat na intramusculaire toediening bloedingen kunnen optreden. In deze gevallen dient de zorgverlener het vaccin toe te dienen met een fijne naald en vervolgens minimaal 2 minuten aan te drukken.

Als het kind een matige of ernstige acute ziekte met koorts heeft, moet de vaccinatie worden uitgesteld en mag hij pas worden gevaccineerd als de symptomen van de ziekte zijn verdwenen.

Bij mensen met immunodeficiëntie of die immunosuppressieve therapie gebruiken of corticosteroïden gebruiken, kunnen ze een verminderde immuunrespons hebben.

Bekijk de volgende video en zie het belang van vaccinatie voor de gezondheid: