Remedies zijn verboden en toegestaan ​​bij het geven van borstvoeding

De meeste medicijnen gaan over in de moedermelk, maar veel ervan worden in kleine hoeveelheden overgedragen en zelfs als ze in de melk aanwezig zijn, worden ze mogelijk niet in het maagdarmkanaal van de baby opgenomen. Wanneer het echter nodig is om tijdens het geven van borstvoeding medicatie in te nemen, moet de moeder eerst met de arts praten om te begrijpen of dit medicijn gevaarlijk is en of het moet worden vermeden of dat het nodig is om te stoppen met borstvoeding. 

In het algemeen moeten moeders die borstvoeding geven het gebruik van medicijnen vermijden, maar als het echt nodig is, moeten ze de veiligste kiezen en degene die al zijn bestudeerd en die weinig worden uitgescheiden in de moedermelk, om risico's voor baby's gezondheid. Geneesmiddelen die langdurig door de moeder worden gebruikt, brengen in het algemeen een groter risico voor de zuigeling met zich mee vanwege de concentraties die ze in de moedermelk kunnen bereiken.

Remedies die de zogende vrouw niet kan nemen

De volgende middelen  mogen op geen enkel moment tijdens de lactatie worden gebruikt . Als het echter nodig is om een ​​behandeling met een van hen uit te voeren, moet de borstvoeding worden stopgezet:

Naast deze geneesmiddelen zijn de meeste radiologische contrastmiddelen ook gecontra-indiceerd of moeten ze met voorzichtigheid worden gebruikt bij het geven van borstvoeding.

Wat moet u doen voordat u een geneesmiddel gebruikt om borstvoeding te geven?

Voordat een vrouw besluit een geneesmiddel te gebruiken tijdens de lactatie, dient zij:

• Evalueer samen met de arts of het nodig is om de medicatie in te nemen en meet de voordelen en risico's;
• Geef de voorkeur aan onderzochte geneesmiddelen die veilig zijn bij kinderen of die weinig in de moedermelk worden uitgescheiden;
• Geef de voorkeur aan remedies voor lokale toepassing, indien mogelijk;
• Bepaal de medicatiegebruiktijden goed, om pieken in de bloed- en melkconcentratie, die samenvallen met de borstvoedingstijd, te voorkomen;
• Kies, indien mogelijk, voor medicijnen die slechts één werkzame stof bevatten, vermijd die met veel componenten, zoals geneesmiddelen tegen griep, bij voorkeur de meest voor de hand liggende symptomen te behandelen, met paracetamol, om pijn of koorts te verlichten, of cetirizine om te behandelen bijvoorbeeld niezen en verstopte neus.
• Als de moeder medicijnen gebruikt, moet ze de baby observeren om mogelijke bijwerkingen op te sporen, zoals veranderingen in eetpatroon, slaapgewoonten, agitatie of maagdarmstoornissen;
• Vermijd langwerkende middelen, omdat ze moeilijker door het lichaam kunnen worden verwijderd;
• Kolf van tevoren melk af en bewaar in de vriezer om de baby te voeden in geval van tijdelijke onderbreking van de borstvoeding. Leer hoe u moedermelk correct bewaart.

Welke remedies kunnen worden gebruikt tijdens het geven van borstvoeding

De onderstaande geneesmiddelen worden als potentieel veilig beschouwd voor gebruik tijdens borstvoeding, maar geen van deze mag zonder medisch advies worden gebruikt.

Alle andere geneesmiddelen die niet in de volgende lijst worden genoemd, mogen alleen worden gebruikt als de voordelen opwegen tegen de risico's. Zelfs in deze gevallen moeten ze met voorzichtigheid en onder medische begeleiding worden gebruikt. In veel gevallen kan opschorting van de lactatie gerechtvaardigd zijn.

Geneesmiddelen die als potentieel veilig worden beschouwd tijdens het geven van borstvoeding

De volgende worden als veilig beschouwd tijdens het geven van borstvoeding:

• Vaccins: alle vaccins behalve het vaccin tegen miltvuur, cholera, gele koorts, hondsdolheid en pokken;
• Anticonvulsiva: valproïnezuur, carbamazepine, fenytoïne, fosfenytoïne, gabapentine en magnesiumsulfaat;
• Antidepressiva: amitriptyline, amoxapine, citalopram, clomipramine, desipramine, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, imipramine, nortriptyline, paroxetine, sertraline en trazodon;
• Antipsychotica: haloperidol, olanzapine, quetiapine, sulpiride en trifluoperazine;
• Antimigraine: eletriptan en propranolol;
• Hypnotica en anxiolytica: bromazepam, cloxazolam, lormetazepam, midazolam, nitrazepam, quazepam, zaleplone en zopiclon;
• Pijnstillende en ontstekingsremmende geneesmiddelen : flufenaminezuur of mefenaminezuur, apazon, azapropazon, celecoxib, ketoprofen, ketorolac, diclofenac, dipyron, fenoprofen, flurbiprofen, ibuprofen, paracetamol en piroxicam;
• Opioïden: alfentanil, buprenorfine, butorfanol, dextropropoxyfeen, fentanyl, meperidine, nalbufine, naltrexon, pentosan en propoxyfeen;
• Remedies voor de behandeling van jicht: allopurinol;
• Anesthetica: bupivacaïne, lidocaïne, ropivacaïne, xylocaïne, ether, halothaan, ketamine en propofol;
• Spierverslappers: baclofen, pyridostigmine en suxamethonium;
• Antihistaminica: cetirizine, desloratadine, difenhydramine, dimenhydrinaat, fexofenadine, hydroxyzine, levocabastine, loratadine, olopatadine, promethazine, terfenadine en triprolidine;
• Antibiotica: alle penicillines en penicillinederivaten (inclusief amoxicilline) kunnen worden gebruikt, met uitzondering van cefamandol, cefditoren, cefmetazol, cefoperazon, cefotetan en meropenem. Daarnaast amikacine, gentamycine, kanamycine, sulfisoxazol, moxifloxacine, ofloxacine, azitromycine, claritromycine, erytromycine, roxitromycine, clavulaanzuur, clindamycine, chloortetracycline, spiramycine, furazinolidon, linymycine, furazinolidon, linymycine sulbactam, teicoplanine, tetracyclines, trimethoprim en vancomycine;
• Antischimmelmiddelen: fluconazol, griseofulvine en nystatine;
• Antivirale middelen: acyclovir, idoxuridine, interferon, lamivudine, oseltamivir en valaciclovir;
• Anti-amebiasis, anti-giardiasis en anti-leishmaniasis: metronidazol, tinidazol, meglumine-antimoniate en pentamidine;
• Anti-malaria: artemeter, clindamycine, chloroquine, mefloquine, proguanil, kinine, tetracyclines; 
• Anthelmintica: albendazool, levamisol, niclosamide, pyrvinium of pyrantel pamoaat, piperazine, oxamniquine en praziquantel;
• Tuberculostatica: ethambutol, kanamycine, ofloxacine en rifampicine;
• Anti-lepra: minocycline en rifampicine;
• Antiseptica en ontsmettingsmiddelen: chloorhexidine, ethanol, waterstofperoxide, glutaaral en natriumhypochloriet;
• Diuretica: acetazolamide, chloorthiazide, spironolacton, hydrochloorthiazide en mannitol;
• Remedies voor hart- en vaatziekten: adrenaline, dobutamine, dopamine, disopyramide, mexiletine, kinidine, propafenon, verapamil, colesevelam, colestyramine, labetalol, mepindolol, propranolol, timolol, methyldopa, nicardipine, nifedipine, nimipheniline, miniproducten captopril, enalapril, quinapril en digoxine;
• Remedies voor bloedaandoeningen: folinezuur, foliumzuur, ijzerchelaataminozuur, ferromathose, ferrofumaraat, ferrogluconaat, hydroxycobalamine, ijzerglycinaatchelaat, ferrooxidesacharaat, ferrosulfaat, dalteparine, dicumarol, fytomenadion, heparine, lepine, heparine, pentoxifylline, warfarine en plasmavervangers;
• Anti-astmatica: triamcinolonacetonide, adrenaline, albuterol, aminofylline, ipratropiumbromide, budesonide, natriumcromoglycaat, beclomethasondipropionaat, fenoterol, flunisolide, isoëtarine, isoproterenol, levalbuterol, nedocromol, pyrolol;
• Antitussiva, mucolytica en slijmoplossers: acebrofilina, ambroxol, dextromethorfan, dornase en guaifenesina;
• Nasale decongestiva: fenylpropanolamine;
• Antacida / zuurproductie-remmers:  natriumbicarbonaat, calciumcarbonaat, cimetidine, esomeprazol, famotidine, aluminiumhydroxide, magnesiumhydroxide, nizatidine, omeprazol, pantoprazol, ranitidine, sucralfaat en magnesiumtrisilicaat;
• Anti-emetica / gastrokinetiek: alizapride, bromopride, cisapride, dimenhydrinaat, domperidon, metoclopramide, ondansetron en promethazine;
• Laxeermiddelen:  agar, carboxymethylcellulose, zetmeelgom, ispagula, methylcellulose, hydrofiel psylliumslijmvlies, bisacodyl, natriumdocusaat, minerale olie, lactulose, lactitol en magnesiumsulfaat;
• Middelen tegen diarree: kaolien-pectine, loperamide en racecadotril;
• Corticosteroïden: alle behalve dexamethason, flunisolide, fluticason en triamcinolon;
• Antidiabetica en insulines: glyburide, glyburide, metformine, miglitol en insulines;
• Schildklierremedies: levothyroxine, lyothyronine, propylthiouracil en thyrotropine;
• Anticonceptiva: anticonceptiva mogen alleen worden gebruikt met progestagenen;
• Remedies voor botziekte: pamidronaat;
• Remedies om op de huid en slijmvliezen aan te brengen: benzylbenzoaat, deltamethrine, zwavel, permethrine, thiabendazol, ketoconazol, clotrimazol, fluconazol, itraconazol, miconazol, nystatine, natriumthiosulfaat, metronidazol, mupirocine, kalium, kalium, kalium, monycine, kalium, kalium, kalium, monycine, kalium, kalium, kalium, monycine tetracyclines, calamine, pimecrolimos, aluminiumdiacetaat, trichloorazijnzuur, benzoylperoxide, kolen en dithranol;
• Vitaminen en mineralen: foliumzuur, fluoride, natriumfluoride, calciumgluconaat, nicotinamide, ijzerzouten, tretinoïne, vitamine B1, B2, B5, B6, B7, B12, C, D, E, K en zink;
• Geneesmiddelen voor oftalmisch gebruik: adrenaline, betaxolol, dipivefrine, fenylefrine, levocabastine en olopatadine;
• Fytotherapie: sint-janskruid. Er zijn geen veiligheidsstudies voor andere kruidengeneesmiddelen.

Weet ook welke theeën zijn toegestaan ​​en verboden bij het geven van borstvoeding.